Een discussie die ik regelmatig heb met cursisten gaat over innoveren. Moet je dan een structuur – plan, doelstellingen, check’s, etc. – gebruiken, of laat je de creativiteit de vrije loop? Soms heeft de groep een duidelijke voorkeur voor creativiteit. Innovatie, zo redeneert men, kun je niet in lijstjes vatten. Mensen voelen zich al snel gevangen in een web van regeltjes en beperkingen. En dat is natuurlijk ook enorm vervelend.
Structuur?
De grootste verwarring ontstaat altijd rondom het begrip structuur. Als je doorvraagt, blijkt dat veel mensen in hun carrière wel eens te maken hebben gehad met een “strak keurslijf”. Murw geslagen door bureaucratische regeltjes heeft men ervaren dat teveel structuur knelt. Het is ook niet niks wat sommige organisaties hun medewerkers aandoen.
“We have checkers, checking the checkers”, hoorde ik een manager eens verzuchten. Ik vond het vreemd dat hij in zijn positie niet in staat was om dit leed uit te bannen. Maar de bureaucratie leidt inderdaad tot waanzinnige toestanden. Er worden in organisaties hele platforms uitgerold om een handtekeningencircus te ondersteunen voor het aankopen van kantoorartikelen. Omdat het kan.
Maar dat is niet de structuur die ik bedoel …
Creativiteit?
Voor innovatie hebben we lekker veel nieuwe ideeën nodig. Dus wordt er ingezet op inspiratie, creatieve omgevingen met lekker veel impulsen om out-of-your-box te komen. Sommige cursisten denken dat je dan het beste de hele dag geeltjes kunt plakken. Er zijn echter weinig mensen die zo’n concentratieboog hebben. Na een halfuur brainstormen gaat de wind meestal wel liggen. Lange sessies resulteren vaak in een enorme stapel materiaal dat ook nog eens allemaal uitgewerkt moet worden.
Daar begint de creativiteit vaak pas …
Structuur of creativiteit?
Door zowel de linker als de rechter hersenhelft te gebruiken, werkt je hele hoofd mee aan innovatie. Het gaat dus om structuur EN creativiteit. De structuur gebruik je om richting te geven. Kijk je bijvoorbeeld naar hulpmiddelen binnen Design for Six Sigma, dan zie je veel structuur vanuit instrumenten die helpen om de goede dingen te doen:
- Ben je het juiste probleem aan het oplossen?
- Zijn er klanten voor jouw oplossing?
- Past het in je lange termijn strategie?
- Welke risico’s voorzie je en hoe ga je die managen?
- …
En nu wordt het interessant. Ik ga je namelijk niet lastig vallen met cijfers en details over de kansen dat je Innovatie de eindstreep haalt, maar die zijn niet zo groot. Ook niet omdat jij het nu toevallig bent, de statistieken zijn tegen je. Innoveren is gewoon hard én slim werken. Hard werken komt meestal vanuit een drive die ontstaat door een geweldig idee. Slim werken, dat is de structuur die jou gaat ondersteunen om op elk moment de juiste dingen te doen.
De juiste hulpmiddelen
Gebruik structuur volgens het Lean – denken. Kijk of het een waardetoevoegende activiteit is: helpt het jouw innovatie verder, of niet. Als het geen waarde toevoegt aan het eindproduct, dan kun je die hulpmiddelen weglaten. Zo kom je na enig experimenteren tot een set hulpmiddelen die jou in staat stellen maximaal waarde te leveren in jouw innovatie trajecten.
Veel plezier!