Is “99% goed” wel goed genoeg?

Vaak kijken managers tevreden terug op verbetering van hun productie als de foutmarge is teruggebracht tot 1 procent. Maar is dat wel goed genoeg?

Bij het streven naar perfectie willen organisaties zich ergens op richten. In veel gevallen gebruikt men graag een herkenbaar getal. “99% goed” of “95% goed” wordt veelvuldig gebruikt als uitwerking daarvan. Maar het target kan organisaties enorm in de weg gaan zitten, ook als het gaat om continu verbeteren van de processen.

Het probleem van een target

Minder knoeien of het glas rechtzetten?

Minder knoeien of het glas rechtzetten?

Voordat we gaan kijken of 99% werkelijk zo goed is, eerst iets belangrijkers: laten we stil staan bij het nut van een target als het gaat om het streven naar perfectie.
Met het vaststellen van een target is perfectie gedefinieerd als een ‘plafond’. Anders verwoord: als 99% goed genoeg is, hoeft het niet nog beter. Als er medewerkers in de organisatie slimme ideeën hebben om het proces nog verder te verbeteren, wat is dan hun prikkel om dat ook te doen? Een organisatie die de lat hoog legt, doet zich er niet verstandig aan om de lat daar te laten liggen. Hier laat de organisatie kansen liggen om verder te verbeteren. 99% lijkt een goed streven, maar pas als het bestaande denken terzijde wordt geschoven komen radicaal betere oplossingen in zicht.

99% voorbeelden

We zijn niet de eerste die dit opschrijven, maar het kan geen kwaad het hier weer te noemen – een paar voorbeelden waar 99% goed niet genoeg is:

  • Iedere maand een uur onveilig drinkwater
  • Dagelijks 2 foute landingen op een Amerikaanse luchthaven
  • tweeëntwintigduizend afschrijvingen van een verkeerde bankrekening per dag in Nederland
  • 32.000 keer gemiste hartslag per mens per jaar.

Een organisatie die een 99% target los kan laten, heeft een grotere kans om perfectie te bereiken. Want wat werkelijk belangrijk is wordt niet intern in de organisatie door een foutpercentage bepaald, maar door de klant.

Hoe dan wel?

Beoordeel wat belangrijk is voor de klant en streef daarin naar perfectie door continu te verbeteren. Meet wat belangrijk is voor de klant en stel dat doel absoluut vast. Ook al is het onbereikbaar (zero defects, zero waste), de ambitie wordt ook oneindig. De vraag in de organisatie wordt dan: “hoe kunnen we het morgen nóg beter doen?“. Een organisatie die continu verbetering nastreeft naar een onbereikbaar doel heeft een grote kans om meer te bereiken dan de “99% goed”. Werknemers krijgen in ieder geval een duidelijk signaal dat alle verdere verbeteringen welkom zijn, hoe klein ook.

Reacties zijn gesloten.